Van klaslokaal naar leerzone

Standaard

Ik ben geen specialist in architectuur of bouwkunde, maar ik wil hier toch graag een poging ondernemen om het schoolgebouw van de toekomst te schetsen. Die school mag groot zijn, maar moet wel kleinschaligheid uitstralen. Ze wordt liefst bedacht vanuit de gebruiker. Het is een schakel of hub in een netwerk van organisaties en bedrijven. Het is een soort goestinggevend ontmoetingspark waar ook in mogelijkheden wordt voorzien voor werken & leren, ontspanning, eten & drinken en sociale contacten, al dan niet uitgebaat door eigen leerlingen, sociale economiebedrijven of private ondernemingen.

Denken in volumes

Weg met het blokkendoosschoolgebouw dat slechts een deel van de dag of week gebruikt worden. Het traditionele “vakkenhuis” met vaste elementen maakt plaats voor iets radicaal anders. De school van de toekomst kan samengevat worden als een coöperatieve combinatie van een klooster, een pretpark, een werkatelier en een marktplein. Een soort ecosysteem als open leerpark. Het geheel ademt de sterke identiteit van de school uit en kent een goede relatie met zijn omgeving. Verschillende zones werken flexibiliteit in de hand, zodat in elke ruimte iets unieks kan worden aangeboden om het (persoonlijke) leren te ondersteunen. Onderwijs vraagt een actieve interactie tussen mens en ruimte en leerlingen hebben zowel fysiek als mentaal ruimte nodig om te leren. Nieuwe schoolarchitectuur denkt daarom meer in volume en ruimten dan in klaslokalen.

We willen verbinden. Nieuwe schoolarchitectuur moet daarom transparant zijn, doorkijk geven en verbinding creëren.

Sloop die muren

Muren zijn nog te veel scheidingselementen. We willen juist verbinden. Nieuwe schoolarchitectuur moet daarom transparant zijn, doorkijk geven en verbinding creëren. Het telt zo weinig mogelijk binnenmuren en verloren gangen en volgt de vorm van een zeesterorganisatie (cf. boek ‘scholen slim organiseren’), met een open en inspirerende centrale ruimte die meerdere functies combineert zoals receptie, circulatieruimte, zitgelegenheid, polyvalente ruimte,… Het doet dienst als inkomhal waarrond verschillende gebouwenvleugels (poten van de zeester) met leergebieden kunnen worden gebouwd die samenhangen met de grofstructuur van de school. Structuur volgt de visie, ook de schoolstructuur.

Een open en flexibel onthaal

De open inkomhal is een multifunctionele en visueel aantrekkelijke ruimte die de verschillende gebouwdelen verbindt. Die hal kan in een mum van tijd een soort grote presentatieruimte met podium zijn of onderverdeeld worden in zithoeken en werkplekken. De centrale ruimte mag hoog zijn met zwevende loopbalkons aan de binnenkant om verdiepingen in de open ruimte te verbinden. Onderwijs organiseren is immers relaties organiseren. Tegelijk bieden de loopbalkons uitzicht op de benedenruimte met zijn verschillende zithoeken en open plekken. Dat creëert luchtigheid maar ook sociale controle.

een open onthaal

Grote ruimtes

Een gebouwvleugel bestaat uit meerdere grote ‘continuruimtes’ waar de leerling zich een onderdeel waant van het geheel. Het is een interactiezone met open werk- en studieplekken en aansluitend diverse breakoutrooms voor co-creatie of andere functies. Wij opteren voor grotere ruimtes die volgens de noodzaak van het moment op diverse manieren op te delen zijn in kleinere ruimtes. Dat kan met mobiele wanden of schuiframen, maar ook met nieuwe vormen van meubilair die kleinere werkcellen mogelijk maken.

De inrichting van de ruimte ondersteunt de rol van de leerkracht en de leerling en biedt een integrale kijk op leren en de onderwijsvisie.

Verschillende zones

In een visueel aantrekkelijke leeromgeving bewegen de leerling en de leerkracht zich naar die zones die hem of haar het meeste goesting geven en aanzetten tot leren en werken. Door elke ruimte te ontwerpen voor een ander soort ervaring – in de plaats van per vak of leraar – kunnen scholen krachtiger en overtuigender zijn. De inrichting van de ruimte ondersteunt de veranderende rol van de leerkracht en de leerling en biedt een integrale kijk op leren en de onderwijsvisie. Verschillende leerzones vormen een flexibele werk- en leerplek zoals een interactiezone, ontwikkelzone, uitwisselingszone, creatieve zone,  onderzoekszone en een presentatiezone.

Concentratie-units

Binnen de grote interactieruimtes zijn er onderverdelingen voor groepsleren en individueel leren. Open tuinhuisjes zorgen voor min of meer afgesloten werkplekken voor groepswerken. Dergelijke concentratie-units bestaan in allerlei kleuren, maten en vormen. De grote ruimte is bestemd voor groepsleren en bestaat uit gezamenlijke werkplekken, collaboratieve studieruimtes, ruimte voor discussies, ruimte voor vergaderen, ruimte voor presentaties en demonstraties,…

Breakoutrooms

Achtergrondlawaai of -beweging vraagt dat leerlingen soms ‘uitbreken’ naar een aparte ruimte voor bepaalde opdrachten. Die breakoutrooms bestaan in allerlei vormen en groottes. De kleinere instructieruimtes worden afgesloten, bijvoorbeeld met glazen wanden en deuren, of blijven open en dienen voor kortstondige instructies aan de leerling of vergaderingen. Daarna zwerven de leerlingen weer uit naar de grote ruimte met zijn cosy werkplekken. De kleine instructielokalen zijn te vergelijking met het klassieke klaslokaal, maar dan aangepast aan de visie. Instructielessen zijn dan veeleer een pedagogische werkvorm dan een organisatievorm. Die klassieke instructie zal nooit helemaal verdwijnen, omdat het voor bepaalde doelen zeer effectief is.

Ruimte voor individuele besprekingen, dialoog, feedback en coaching kunnen met modern meubilair op een speelse manier geïntegreerd worden.

tuinhuisjes

Ruimte voor stilte

Ook stille ruimtes voor telefoons of videoconferencing met een mentor of externe expert kunnen hun plaats krijgen. Daarnaast moet ook voldoende aandacht gaan naar plekken met een prikkelarme omgeving. In elk geval is er nood aan een plek waar leerlingen het beste kunnen leren in functie van hun concentratie, privacy en gemoedstoestand. Dat geldt evenzeer voor de leerkrachten. Ruimte voor individuele besprekingen, dialoog, feedback en coaching kunnen met modern meubilair op een speelse manier geïntegreerd worden. Een ruimte voor verstilling en verdieping is een meerwaarde, want mensen zullen zinzoekers blijven. Dat hoeft niet de terugkeer van de kapel in de school in te luiden, maar wel een ruimte waar leerlingen de ‘geest’ kunnen laten waaien.

Relaxwerkplekken

In de relaxwerk- of ontmoetingsplekken moet niets. Die plekken zorgen voor creativiteit, beleving en sociaal contact. Disciplines, richtingen en niveaus ontmoeten er elkaar ongedwongen en maken er dwarsverbindingen doorheen de school. De relaxwerkplekken kunnen centraal of decentraal in het gebouw, zolang het maar open en visueel transparant is. Een galerij met posters en presentaties kan als afscheidingswand dienen en moedigt leerlingen aan om van elkaars werk te leren.

Specifieke voorzieningen

Specifieke ruimtes met speciale voorzieningen voor wetenschappen of industriële werkplaatsen worden best functioneel ingepland, afhankelijk van wat we zelf nog doen in ons eigen gebouw en wat op (een andere) locatie kan gebeuren of in samenwerking met andere naburige scholen of aanwezige bedrijven in het leerpark.

Knipsel3

Desk voor het team

In de nieuwe school trekken leerkrachten zich niet meer terug in een leraarskamer, maar ze bevinden zich bij ‘hun werk’. In de grotere continuruimte kan ook – bij wijze van balie/onthaal/receptie/ondersteuning – in een ruimte met desk voorzien worden voor de directie, het team leerkrachten, secretariaatsmedewerkers of andere ondersteuners. Daar werken ze aan voorbereidingen, evaluatie en begeleiding. Ze staan dicht bij de leerlingen en kunnen hun relatie met de leerlingen zo organiseren dat er duurzame banden ontstaan voor begeleiding. Samen vormen ze een multidisciplinair team dat instaat voor de community van leerlingen waarvoor ze gedurende meerdere jaren na elkaar zorg dragen.

Buiten is binnen

Heb je nog muren staan rondom je schoolterrein? Gooi de omwalling open en trek de buitenwereld naar binnen. Het internet zit al in elke broekzak en boekentas, nu nog de echte wereld. Naar de buitenzijde toe zal het gebouw vooral ons wensbeeld uitstralen. Het is een weergave van onze identiteit. Het gebouw ademt ‘school’ uit en geeft een signaal van “hier zit je goed”.

Toegegeven, lumineuze en creatieve ontwerpen halen amper de eindfase. Beperkte budgetten, strikte subsidieregels en procedures maken het soms onmogelijk en dwingen ons tot compromissen. Daarbij wordt maar al te vaak ingeboet op het vernieuwende. Maar dat hoeft niet te betekenen dat er helemaal niets kan. Ook binnen de oudere schoolgebouwen zijn heel wat mogelijkheden om de school van de toekomst te starten. Al eens geprobeerd om de banken en stoelen anders op te stellen?

De school van de toekomst is er vandaag nog niet, maar we moeten zorgen dat de architectuur die we vandaag bouwen die toekomst niet hypothekeert.

Under construction

Standaard

De school van de toekomst. Is dat een ontmoetings- en goestingsplek? Of een blokkendoos met klaslokalen verbonden door een gangenstelsel? Is het bouwen van een school wel het zetten van een gebouw of eerder het organiseren van relaties in een wijk? Laten we eens kijken voor welke activiteiten de leerlingen nog naar de schoolplek (moeten) komen. En wanneer ze eigenlijk aanwezig moeten zijn. Pas daarna kunnen we de eerste steen leggen.  Enkele constructieve ideeën die in mijn hoofd ‘under construction’ zijn !

Leer op locatie

Stel jezelf als leerkracht of directie de vraag welk deel van de kernopdracht buiten de schoolmuren gerealiseerd kan worden. Misschien zijn er groepen leerlingen die in duaal leren of werkplekleren een traject volgen of zijn er groepen leerlingen die snuffelen in toekomstige beroepsomgevingen. Lesvolgen in realistische werk- of kantooromgeving kan de goesting bij leerlingen doen toenemen. Leren op locatie kan ook gewoon thuis zijn. Bepaalde groepen leerlingen zijn dan op vaste momenten thuis aan het werk en loggen in op het leerplatform om onder begeleiding van leerkrachten op afstand te leren.

Geef stakeholders een plek op school

Bedenk eens wie jouw stakeholders zoal zijn. Kan de school ook de vaste plek worden (in de regio) van het CLB, een VDAB-vestiging, … Misschien vinden we wel logopedisten of andere vrije beroepers bereid om zituren of zitdagen te hebben in onze gebouwen? Welk voordeel zou het niet kunnen betekenen dat een team leerkrachten zelf rechtstreeks met CLB-medewerkers en externe logopedisten of psychologen kan overleggen over ‘hun’ leerlingen. Multidisciplinair samenwerken zou kunnen betekenen dat ze rechtstreeks afspraken maken om elkaars werking en invloed te versterken waardoor het rendement van de begeleiding toeneemt. Acties en handelingen zouden meer gelijk moeten lopen en een coherent geheel moeten vormen waardoor de effectiviteit toeneemt en de leerling het gevoel krijgt dat iedereen in dezelfde richting ondersteunt.

Nog een voorbeeld? VDAB of Syntra die een plek heeft op de campus. Zij kunnen leerlingen begeleiden in loopbaancoaching, sollicitatie en in hun zoektocht naar werk. Nog eentje? Welke voordeel zou er voor ouders en school niet kunnen bestaan indien de (buitenschoolse) kinderopvang op de schoolsite wordt georganiseerd? Door grootschaliger te denken, kunnen we misschien op een meer haalbare manier kleinschaliger organiseren rond het kind. De competenties van het beschikbare personeel zouden dan ook samen ingezet kunnen worden om elkaar te ondersteunen.

Zorg voor ondernemerschap

Analyseer eens je studieaanbod en denk na of we daadwerkelijk de realiteit binnen kunnen halen en ondernemende activiteiten kunnen integreren die aansluiten bij dat studieaanbod. Kan de school (al dan niet in samenwerkingsverband) ook een eigen strijk- en poetsdienst, kinderopvang, klusjesdienst, tweedehandskledingwinkel, kringloopatelier,… organiseren naar analogie met een leerbedrijf of mini-onderneming? Zo is de school een echt voorbeeld van (sociaal) ondernemerschap waaraan leerlingen en leerkrachten kunnen participeren als een echte coöperatieve. Kunnen die mini-ondernemingen niet als spin-offs gelanceerd worden en meegroeien met de leerling of als verzelfstandigde activiteit dienen waardoor ondernemerschap bij (afgestudeerde) leerlingen een feit is. De toegenomen e-commerce heeft ervoor gezorgd dat massa’s leveranciers pakketjes thuis bezorgen. Misschien is het een opportuniteit om dat voor de wijk te centraliseren in een school? Ouders en omwonenden kunnen dan op school hun bestelde pakket afhalen. Of maken we een heus B-Post-postpunt op school? Echt commercieel denken zou betekenen dat we in het leerpark ook commerciële activiteiten inplannen zoals winkelruimte, koffiebar, enkele appartementen,… en op die manier ook meer sociale mix mogelijk maken. Kunnen we van onze school een soort hub maken in de wijk?

Organiseer buitenschoolse activiteiten binnenschools 

Muziekschool, sportvereniging, kookcursussen, artistieke cursussen, monitorencursus, speelpleinwerking,… Vandaag pendelt de leerling na school naar wat hij of zij leuk vindt met taxiënde ouders op woensdagnamiddag of zaterdag als gevolg. Die activiteiten laten doorgaan in de school zou betekenen dat we ze ook echt integreren in het primaire proces en in het curriculum. Al die naschoolse activiteiten kunnen dan inschools worden gepland en georganiseerd. Groepen leerlingen kunnen dan gerust die les krijgen op andere momenten dan op de vrije woensdagnamiddag.

Waarom zou een leerling die een graad behaald heeft in de muziekschool trouwens nog eens de basiskennis in het vak muzische opvoeding moeten volgen? Hetzelfde voor zwembrevet, tekenacademie of balletprestatie? Kan deze niet mee opgenomen worden in de globale leerlingenportfolio? Het zou betekenen dat die naschoolse activiteiten ook kunnen doorgaan tijdens de schooluren. Misschien ontstaat dan een andere vorm van planning en lesrooster waardoor leerlingen op andere tijdstippen naar school kunnen gaan. De school zou dan ook langer kunnen worden open gehouden.

Kijk naar de school als een hub in de wijk

Grote bedrijven decentraliseren tegenwoordig meer en meer en willen in steden, regio’s of wijken aanwezig zijn. Voor wie geen echte vestiging wil openen, is het een opportuniteit om als een soort coöperatieve een ‘schoolaandeel’ te kopen voor het gebruiken van lokalen voor adviesverlening aan hun klanten. De school wordt dan een lokale dienstverleningsplek voor commerciële medewerkers van bedrijven. Zo kan een grote telecomoperator (of andere marktspeler) of een ziekenfonds één keer per week na de schooluren een zitdag houden voor adviesverlening en hulp voor hun klanten. Ook bepaalde lokale stadsdiensten zouden daarvan gebruik kunnen maken om hun burgers te woord te staan met raad en daad.

De school van de toekomst is dus geen geïsoleerd eiland. Het bestaansrecht van de school om de leerlingen met goesting te laten leren, kan maar betekenis krijgen indien er ook goede relaties zijn met de externe omgeving.

Heb jij ook (goeie of under construction) ideeën om bruggen te bouwen van de school naar de omgeving? Post ze hieronder!